Groningen – Het politiewerk omvat dagelijks situaties waarbij zij te maken hebben met mensen die onbegrepen gedrag vertonen. De politie traint er dan ook met regelmaat op hoe zij daar het beste mee om kunnen gaan. In sommige gevallen is de situatie dusdanig gevaarlijk voor betrokkenen en/of omstanders dat er een specialiseerde eenheid als DSI (Dienst Speciale Interventies) of een ondersteuningsgroep (OG) moet worden ingezet. Dat is een impactvolle beslissing, zowel voor direct betrokkenen als omstanders. Daarom wordt daartoe nooit lichtzinnig besloten en gebeurt dit pas als de situatie niet op een andere manier kan worden beëindigd bijvoorbeeld als er (vuur)wapens in het spel zijn of als de locatie, bijvoorbeeld op hoogte, daar om vraagt. De DSI (Dienst Speciale Interventies) of een ondersteuningsgroep zijn dé specialisten die op dergelijke situaties getraind zijn. Vaak komen zij samen met een onderhandelaar. Onderhandelaars worden ingezet bij ernstige situaties waarbij het opbouwen en onderhouden van goed contact essentieel is en bijdraagt aan de oplossing. Of zij worden ingezet, bepaalt de politie afhankelijk van een inschatting van de gevaarsetting. Die expertise ligt bij de politie.
Inzet politieonderhandelaars
Politieonderhandelaars zijn de afgelopen jaren fors meer ingezet. In 2023 gebeurde dat 1200 keer, tegenover 600 keer in 2017. Dat blijkt uit cijfers van de politie. De toename wordt voornamelijk veroorzaakt door incidenten rond personen met verward gedrag, die dreigen zichzelf of anderen iets aan te doen. Zorgelijk, vindt Martin Sitalsing, landelijk portefeuillehouder Zorg en Veiligheid. ‘Het hoort bij ons werk, maar de inzet voor personen met verward gedrag legt een steeds groter beslag op de capaciteit.’
Aad Egberts is sinds 2006 politieonderhandelaar. Oorspronkelijk werden politieonderhandelaars vooral ingezet bij gijzelingssituaties, ‘maar de laatste vijf jaar zijn personen met verward gedrag uitgegroeid tot onze core business’, vertelt hij. ‘Er wordt meerdere keren per dag een beroep gedaan op politieonderhandelaars.’
Cijfers van personen met onbegrepen gedrag
In de cijfers van de politie is te zien dat de politie in Nederland vorig jaar ongeveer 141.000 meldingen/incidenten met personen met onbegrepen gedrag hebben gehad. Er was 200 keer een inzet van de DSI vereist. In vele honderden gevallen was een politieonderhandelaar betrokken.
Samenwerking
Agenten komen vaak als eerste bij een persoon in crisis. Agenten zijn getraind om daar mee om te gaan en zoveel mogelijk de-escalerend te communiceren. Dit geldt ook, of misschien wel juist, voor de leden van de specialistische diensten als DSI en OG. Het is hun verantwoordelijkheid om de gevaarlijke situatie zo veilig mogelijk te beëindigen. Daarna komen medische en andere zorgverleners in beeld om in te schatten welke hulp het beste is voor de individuele situatie van de betrokkenen. Dat kan al vlot na het incident als er geen strafbare feiten zijn gepleegd of zijn voorkomen. Maar die hulp kan ook geboden worden terwijl iemand vast zit vanwege gepleegde strafbare feiten. Afhankelijk van de oorzaak van het gedrag wordt iemand verwezen naar passende hulpverlening. Wat passend is wordt niet door de politie bepaald. Deze professionals kunnen dan direct beginnen met het wegnemen van de oorzaken van gedrag weg te nemen, om zo herhaling te voorkomen en om te starten met het verwerken van een dergelijk impactvolle situatie.
Structurele oplossing
Het aantal incidenten met verwarde mensen is de afgelopen jaren toegenomen. De cijfers maken duidelijk dat niet alleen reguliere politiemensen met deze problematiek worden geconfronteerd, maar ook specialistische onderdelen van de politie. Omgaan met mensen met verward gedrag hoort bij het werk, maar legt ook een groot beslag op de capaciteit. Het is essentieel dat er structurele oplossingen komen om incidenten te voorkomen. Daarbij doelt de politie op meer huisvesting, opnameplekken, beveiligde bedden, financiering en een aanpak van de wachtlijsten.
Beeld: Archief GroningsNieuws.nl